• Je legt uit wat het verschil is tussen product en proces evaluatie. Je legt uit met welke richtlijnen en protocollen je rekening moet houden. Je legt ook uit welk model jij graag inzet om in moeilijke situaties positief te reageren (keuze uit roos van Leary, Hersey en Blanchard of model dat je docent aangeeft). Je legt uit hoe jij de interactievaardigheden kan inzetten in het leiding geven aan je collega's.

🔹 Verschil tussen product- en procesevaluatie

  1. Productevaluatie
  • Richt zich op het eindresultaat van een activiteit of ontwikkeling.
  • Je kijkt naar wat het kind heeft bereikt of gemaakt.
  • Voorbeeld: Een kind maakt een tekening; ik beoordeel welke kleuren gebruikt zijn, of de vormen kloppen, of het doel van de opdracht is bereikt.
  1. Procesevaluatie
  • Richt zich op hoe het kind iets doet en de ontwikkeling die onderweg plaatsvindt.
  • Je observeert vaardigheden, denkprocessen, interacties en inzet tijdens het maken of leren.
  • Voorbeeld: Tijdens het knutselen kijk ik hoe het kind keuzes maakt, samenwerkt, problemen oplost of nieuwe technieken uitprobeert.

🔹 Richtlijnen en protocollen om rekening mee te houden

Bij zowel product- als procesevaluatie moet ik rekening houden met:

  • Privacy van kinderen (AVG/GDPR) – geen persoonlijke gegevens delen zonder toestemming.
  • Pedagogische doelen en ontwikkelingsdoelen (zoals taal, motoriek, sociaal-emotioneel).
  • Observatie- en registratieprotocollen binnen de organisatie (bijvoorbeeld Kiddoozz vastgelegde observatieformulieren).
  • Veiligheid en inclusie – evaluatie mag geen druk leggen of uitsluiting veroorzaken.
  • Objectiviteit en professionaliteit – ik rapporteer feiten en observaties, geen persoonlijke oordelen.

 

🌟 Model voor positief reageren in moeilijke situaties

Ik kies ervoor om de Roos van Leary in te zetten. Dit model helpt mij om te begrijpen hoe mijn gedrag invloed heeft op het gedrag van een kind of volwassene en hoe ik positief kan reageren in moeilijke situaties.

Hoe ik het toepas:

  • Observeren: Ik kijk eerst naar het gedrag van het kind. Is het hulpeloos, boos, teruggetrokken of uitdagend?
  • Mijn gedrag afstemmen: Ik kies een gedrag dat sympathiek en steunend is, zodat het kind zich gehoord en veilig voelt.
    • Bijvoorbeeld: Als een kind boos wordt en gaat schreeuwen, reageer ik rustig en begripvol in plaats van terugschreeuwen.
  • Positieve interactie stimuleren: Door mijn houding aan te passen (open, respectvol, ondersteunend) verminder ik escalatie en help ik het kind zijn emoties te reguleren.

Praktijkvoorbeeld Queena 

Een kind weigert mee te doen aan een spel en wordt boos. Ik zeg:
“Ik zie dat je boos bent. Wil je samen even kijken hoe we het spel leuk kunnen maken?”
âž¡ Het kind voelt zich gezien en begrepen, en we vinden samen een oplossing.

Kiddoozz : Queena

Ceren : Komkids

Beroepstaak 2b